Toeschouwers, journalisten, renners, ? Geen mens die donderdag niet had genoten van de Jaarmarktcross in Niel. “Het was een mooie cross voor iedereen”, besefte ook winnaar Eli Iserbyt. “Een spannende cross van begin tot einde. Ook Lars en Toon waren vandaag heel goed. Dan doet het deugd om die wedstrijd als winnaar te kunnen afsluiten.”
Iserbyt dropte in de finale een paar bommetjes. Zo reed hij in de voorlaatste ronde als enige renner naar boven op de steile klim na de materiaalpost. “Van de opwarming wist ik dat ik dat bergje wel kon oprijden, maar ik heb bewust gewacht om dat pas in de slotfase te doen. Toen ik bij het ingaan van de slotronde lek reed, kon ik wel janken. Gelukkig kon ik in de zandpassage de kloof met Toon nog dichtrijden. Het was mijn slechtste passage van de dg, maar Toon was nog net iets slechter.”
In de sprint maakte Iserbyt nog en manoeuvre richting Aerts. “Het was een sprint van stervende zwanen. Ik voelde Toon komen, maar denk dat er nog voldoende ruimte was om mij te passeren. Uiteindelijk heeft dat manoeuvre geen invloed gehad.”
Aerts: ‘Niets mis met manoeuvre van Eli’
Toon Aerts deed een gooi naar zijn derde zege van het seizoen, maar moest in de sprint de duimen leggen voor Iserbyt. “Dat manoeuvre van Eli? Daar was niets mis mee. Hij was op het einde gewoon nog de sterkste. In de laatste ronde kreeg ik even de zege in de schoot geworpen na die lekke band van Eli, maar mijn passages door het zand trokken vandaag op niets. Dat is een werkpunt richting Koksijde volgende week.” Of Aerts boos is op zichzelf na die slechte passages. “Nee, in de tweede helft van de wedstrijd was het koersen op de limiet. Dan maak je sowieso sneller foutjes.”
Hermans: ‘Niet mijn beste dag’
Quinten Hermans kleurde lange tijd mee de wedstrijd, maar moest in de tweede helft afhaken. “Ik heb nooit echt het gevoel gehad dat ik deze wedstrijd kon winnen. Even had ik wel controle, maar ik kende niet mijn beste dag. Toen de andere renners doortrokken, was het voor mij aanklampen op techniek. Ik had niet meer de kracht om hen te volgen. Op het einde zat iedereen op zijn plaats.”